Ik ben nooit een meisjes-meisje geweest. In die zin dat schoenen er naar mijn mening vooral zijn om lekker op te lopen en tassen (bij voorkeur met Beatles- of Betty Boop-opdruk) om spullen in te mikken. Maar vandaag was de eerste dag van mijn leven waarop een tas (!) me kippenvel (!) bezorgde. En dat kwam zo…
Vanmorgen had ik een brainstorm en toen ik daarna weer achter m’n bureau zat, had ik twee gemiste oproepen van ‘pa en ma’. O nee hè, het zal toch niet…, dacht ik. Ik belde m’n vader terug en direct bleek dat mijn vrees werd bewaarheid. Onze Donna, lieve, kleine, dappere, bijna zestienjarige Donna, was er slecht aan toe. Ruim twee weken terug waren we al met haar bij de dierenarts, toch wel in de overtuiging dat we die dag voorgoed afscheid van haar zouden moeten nemen. Maar dat bleek toch niet het geval en met tranen van vreugde namen we haar weer mee naar huis. Voor, laten we zeggen, de blessuretijd, zo moesten we het maar zien.
Vandaag bleek die blessuretijd ook ten einde. Een nieuw bezoekje aan de dierenarts gaf mijn ouders de zekerheid dat we nog maar één ding konden doen: écht voorgoed vaarwel zeggen tegen ons kleine mormel.
In die afschuwelijke uren tussen het zelf eigenlijk al weten, de knoop te hebben doorgehakt en het oordeel, de geruststelling ook, van de dierenarts was ik op mijn werk. Ik had Donna maandag nog gezien, haar toen nog een extra knuffel gegeven en met terugwerkende kracht besloten dat dat mijn definitieve afscheid van haar was geweest.
Waar gewerkt wordt, moet ook worden geluncht (voor zover het tegen heug en meug wegwerken van twee bruine boterhammen daarvoor mag doorgaan) en het toeval wilde dat we vanaf onze lunchplek uitzicht hadden op een ‘korting voor Sanoma-personeel’-tassenverkoop. Toch maar even kijken dan. En ziedaar: het kippenvelmoment. De eerste tas die ik zag staan, een rode uiteraard, luisterde naar de naam… Donna! Met tranen in mijn ogen heb ik haar afgerekend.
Er zijn de rest van de dag nog heel wat tranen gevloeid (ook nu, eerlijk gezegd) en dat zal de komende tijd ook nog vaak zat gebeuren. Maar dit ‘toeval bestaat niet’-moment en de bijbehorende tas bieden toch wel een heeeeeeel klein beetje troost. Ben ik dankzij ons kleine meisje tóch nog een beetje een meisjes-meisje geworden. En is ze, op een meisjesachtige manier, toch altijd een beetje bij me.